Varkenshouder Erik Stegink vecht met knuffelbiggen, adoptievarkens en varkenskaas tegen het slechte imago van de vleesindustrie.
Bathmen – “Volgens mij heb je fans’’, roept de Amersfoortse Patricia naar haar dochter, die twaalf snuffelende biggen rond haar benen heeft staan. “Maar ze doen vast niks…’’, zegt ze met een vragende blik naar de eigenaar van de biggen, Erik Stegink. Hij schudt geruststellend zijn hoofd.
We zijn bij varkenshouderij Piggy’s Palace in Bathmen: de enige plek in Nederland waar je met loslopende biggen kunt knuffelen, spelen en er -als je wilt- mee van de glijbaan kunt gaan. Reden voor honderden gezinnen vanuit het hele land om het Bathmense platteland op te zoeken. Zo ook Patricia en haar gezin.
In de stralende zon vertelt ze: “Zoals je ziet vinden de kinderen het hartstikke leuk, zeker met dit mooie weer. Maar ook het verhaal achter de varkenshouderij vind ik interessant. Ik vind het mooi dat ze daar zo open over zijn.Ik vind het namelijk belangrijk dat dieren een goed leven hebben en vind het fijn om te zien hoe goed ze hier met de varkens omgaan.’’
Het zijn woorden die Erik Stegink goed doen. De varkenshouder en zijn vrouw Paula willen met familiebedrijf Piggy’s Palace zo veel mogelijk mensen betrekken bij het leven in een veehouderij. Vooral om verbinding te creëren met de burger, kennis te delen en misverstanden weg te nemen. Want van dat laatste bestaan er nogal wat.
“Zes à zeven jaar geleden werd ik op verjaardagen toegesproken alsof ik een crimineel was. Mensen dachten dat veehouders massaal dieren volspoten met hormonen en antibiotica en dierenmishandeling aan de orde van de dag was’’, vertelt Stegink aan de keukentafel. “Als we in schoolboeken duiken zien we plaatjes van kistkalveren en legbatterijen. Die komen misschien nog wel voor in Polen en Roemenië, maar bestaan allang niet meer in Nederland. Toch beïnvloedt het wél hoe mensen onze beroepsgroep zien.’’
Dat moet veranderen, vindt Stegink. “Wij zijn een professionele organisatie, met strakke regels, die zorg draagt voor de dieren. Dat geldt voor alle Nederlandse veehouders. We gebruiken helemaal geen groeihormonen en preventieve antibiotica, maar verzorgen onze dieren ontzettend goed. Dat willen we graag laten zien en het eerlijke verhaal vertellen.’’
Het eerlijke verhaal is een verhaal van creativiteit en vernieuwing. Stegink veranderde zijn traditionele varkenshouderij in Piggy’s Palace: een biologische varkenshouderij met 100 zeugen en 800 vleesvarkens in Raalte, een traditionele varkenshouderij in Stadtlohn (Duitsland) met 2000 vleesvarkens en de locatie in Bathmen, met 500 zeugen en 2000 biggen, waarvan er 140 buiten komen.
Daarnaast ontwikkelde hij initiatieven als Varkenskaas (kaas van varkensmelk), het biggen knuffelen en een varkensglijbaan. Ook bedacht hij de AdoptieBig, waarbij mensen een big kunnen ‘adopteren’, zien opgroeien en zelf naar de slachterij kunnen brengen. Verdrietig misschien, maar wel eerlijk en transparant.
Bovendien komt Piggy’s Palace tegemoet aan de toenemende vraag naar ‘bewust’ vlees. Stegink: “We zien dat de vraag naar bijzonder, authentiek vlees groeit.Vlees waarvan men weet waar het vandaan komt. Daarom verkopen we meer dan de helft van ons vlees aan bedrijven uit de regio en een deel direct aan de burger. Door het wegnemen van tussenschakels kunnen we de prijs ook laag houden.’’
De vernieuwende initiatieven en de transparantie van Piggy’s Palace brengen innovatie-awards, aandacht en duizenden bezoekers richting Bathmen. “Mensen komen uit Amsterdam, Maastricht en zelfs Brussel om ons te bezoeken. We hebben nu een bezoekersmaximum moeten stellen van 100 per bezoek. Anders wordt het te druk voor de bezoekers en de biggen. Daarnaast mag ik dankzij een Nuffield Scholarship-award over de hele wereld vertellen over ons concept.’’
Zo maken steeds meer mensen kennis met lieve intelligente varkens én de dagelijkse praktijk van een Nederlandse veehouderij. Kortom: mensen hebben een leuke dag en doen kennis op tegelijkertijd. “Zo groeien we uit van een ‘crimineel’ naar een gewaardeerd voedselproducent. Dat geeft veel voldoening.’’
Dit verhaal werd geschreven in opdracht van Deventer Stadsmarketing.
Interviews maken verhalen menselijk. Persoonlijke verhalen zijn leuker om te lezen, we identificeren ons met de geïnterviewde en het is een creatieve manier om een achterliggend marketingdoel te realiseren. Zo breng ik met deze verhalen het eigenwijze, authentieke of vernieuwende karakter van Deventenaren in beeld, voor de VVV in Deventer. Ben jij op zoek naar een journalist of tekstschrijver die professionele interviews afneemt en uitwerkt voor jouw organisatie? Neem dan contact op of ontdek meer over mijn interviews.
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Over de auteur